
Tips voor betere foto's op zonnige dagen
De zomer is hét seizoen waarin we massaal de camera (of smartphone) erbij pakken. Blauwe luchten, zonovergoten stranden en levendige kleuren schreeuwen om vastgelegd te worden. Maar wie wel eens op een zonnige dag fotografeert, weet: het is niet altijd makkelijk.
Felle zon zorgt vaak voor harde schaduwen, overbelichte delen of te donkere gezichten. Kortom: grote contrastverschillen waar je als fotograaf slim mee moet omgaan. In dit artikel leggen we op een simpele manier uit wat er precies gebeurt – én hoe jij dit seizoen betere foto's maakt. Ook vertellen we hoe we je in onze vervolgcursus fotografie leren werken met lichtmetingen voor nóg meer controle.
Waarom zomerse foto’s vaak tegenvallen
Je ziet een prachtig tafereel: kinderen rennen op het strand, de zee glinstert, de lucht is strakblauw. Je maakt een foto – maar het resultaat is… matig. De helft van het gezicht zit in schaduw, de lucht is wit uitgeslagen en er zit geen detail meer in de witte T-shirts.
Dat komt door één simpel gegeven: de zon is in de zomer hard en fel. Zeker rond het middaguur, wanneer de zon recht boven je staat, krijg je te maken met:
-
Harde schaduwen (bijvoorbeeld onder ogen en neus)
-
Overbelichting van lichte delen (zoals lucht of witte kleding)
-
Te donkere partijen in de schaduw
-
Plat licht zonder diepte of sfeer
Wat bedoelen we met contrastverschillen?
Een camera ziet contrast anders dan ons oog. Waar wij detail blijven zien in zowel lichte als donkere delen, raakt een camera sneller ‘de weg kwijt’.
Contrastverschillen ontstaan wanneer er in één beeld tegelijk heel veel licht én veel schaduw is. Bijvoorbeeld: een fel verlichte tuin met een kind dat in de schaduw van een boom zit. Je camera moet kiezen: óf het kind is goed belicht en de rest is te fel, óf de tuin ziet er prima uit, maar het kind is te donker.
Dat heet ook wel een beperkt dynamisch bereik – je camera kan niet alles tegelijk goed registreren.
Hoe ga je hier slim mee om?
Gelukkig zijn er meerdere manieren om met zomers licht om te gaan. Hier komen de beste tips – eenvoudig uitgelegd:
1. Fotografeer buiten het middaguur
Het licht is het hardst tussen 11.00 en 15.00 uur. Probeer te fotograferen in de ochtend of namiddag, als het zonlicht zachter is en de schaduwen langer.
Bonus: in de vroege ochtend of bij zonsondergang krijg je dat warme, mooie licht waar elke fotograaf van droomt (ook wel het gouden uur genoemd).
2. Zoek schaduw op
Fotografeer mensen bij voorkeur in de schaduw van een boom, gebouw of parasol. Het licht is daar veel zachter, de huidtinten mooier, en je voorkomt knijpende ogen door de zon.
📸 Tip: gebruik reflectie van lichte muren of zand om toch licht in het gezicht te laten vallen.
3. Gebruik belichtingscompensatie
Zit je onderwerp in de schaduw, maar is de achtergrond fel? Dan kun je met de belichtingscompensatieknop op je camera het beeld lichter of donkerder maken. Op veel camera’s en telefoons herken je dit aan het +/-symbool.
🔧 Bij donkere onderwerpen: zet de belichting iets omhoog (+0.3 of +0.7).
💡 Pas op: de lucht wordt dan witter – dus kies bewust wat belangrijk is in je foto.
4. Let op witte kleding en lichte achtergronden
Witte shirts, tafelkleden en zand reflecteren veel licht en zorgen vaak voor overbelichte delen. Kies liever voor iets donkerdere kleding, of fotografeer vanaf een hoek waarbij dat reflecterende vlak minder aanwezig is.
5. Gebruik spotmeting bij portretten
Als je camera het toelaat, schakel dan de spotmeting in. Daarmee meet je alleen het licht op één klein punt – bijvoorbeeld het gezicht van de persoon die je fotografeert. Zo wordt díe goed belicht, zelfs als de achtergrond fel is.
6. Gebruik een invulflitser (of reflectiescherm)
Klinkt ingewikkeld, maar dat valt mee. Een invulflitser zorgt ervoor dat de schaduwkant van een gezicht iets wordt opgelicht – zelfs buiten, overdag. Veel camera’s hebben hiervoor een automatische stand.
📸 Een reflectiescherm (of wit karton) kan hetzelfde doen door zonlicht terug te kaatsen.
7. Fotografeer in RAW
Als je weet dat je gaat bewerken, kies dan voor RAW. Je kunt dan achteraf veel meer corrigeren – bijvoorbeeld schaduw oplichten zonder kwaliteit te verliezen. (Lees ook ons artikel over RAW vs JPEG!)
Wat leer je in onze vervolgcursus over licht meten?
In de vervolgcursus fotografie bij Studio Tubantia gaan we dieper in op lichtmeting. Wat betekent het als je camera ‘gemiddeld meet’? Hoe gebruik je spotmeting of centrumgerichte meting in de praktijk? En hoe weet je wanneer je moet overbelichten of onderbelichten?
Je leert onder andere:
-
Welke lichtmeetmethode je wanneer gebruikt
-
Hoe je je camera slim laat denken, maar zélf de controle houdt
-
Wat histogrammen je vertellen over contrast
-
Praktische oefeningen in onze ruime fotostudio én buiten bij natuurlijk licht
Je hoeft geen techneut te zijn – we laten het je stap voor stap zien.
📷 Wil jij deze zomer écht betere foto's maken? Schrijf je in voor onze vervolgcursus fotografie en ontdek hoe jij met licht kunt spelen als een pro.
Reactie plaatsen
Reacties